Een stukje geschiedenis van Format C
Het liep goed, veel leden en veel ambiance. Te veel ambiance, of beter gezegd: te veel lawaai en te weinig discipline. In feite liep het uit de hand en daar konden Dirk VN (onze huidige voorzitter) en Peter ‘de Smurf’ Rubbens weinig aan doen. Er is een spreekwoord dat zegt: alles wat met ‘te’ begint, deugt niet. En dat was ook bij ons het geval; we hadden te veel jongeren.
Op een dag werd er aangebeld bij mij thuis en stond een clublid aan de deur, met een brief van de BSA (Business Software Alliance). Brief die hij zou gevonden hebben in ons clublokaal (wat niet onmogelijk was omdat het lid de vriend was van de dochter van de lokaalhouders).Die BSA http://w3.bsa.org/netherlands/ is een gevreesde groep (zie url) die zich inzet voor de belangen van de grote softwaregroepen zoals Adobe, Apple, HP, Dell, IBM, Microsoft, Intel, Symantec, om maar de belangrijkste te noemen. Allemaal grote jongens, met veel poen. Heel véél poen. Waar niemand tegen opgewassen is. De kop van de brief alleen was al voldoende om mij van schrik te doen verbleken. Terecht.
Heel vriendelijk (wat mij zeker niet geruststelde, verre van) werd mij meegedeeld dat het de BSA was ter ore gekomen dat er illegale software gekopieerd werd in de club en illegaal verspreid werd. Wat totaal onjuist was. Tenminste wat de club betrof, al kon ik natuurlijk niet instaan wat onze leden buiten de cluburen deden. Allerlei spookbeelden raasden door mijn hoofd, gaande van grote boetes die de club zou moeten betalen, tot persoonlijke aansprakelijkheid met alle financiële gevolgen vandien.
Zo vlug mogelijk werd een bestuursvergadering bijeengeroepen waarbij de brief werd voorgelegd aan de bestuursleden die ondertussen waren aangevuld met Kristof Heirwegh, onze huidige ondervoorzitter, die meteen zijn grote waarde zou bewijzen voor de club.
Het eerste – en toch wel belangrijkste – probleem was: hoe kunnen we aansprakelijk gesteld worden als bestuur, voor de daden van leden, zelfs al gebeurden die buiten de club om. Kristof nam het op zich alle mogelijke informatie in te winnen en zou ons daarbij uitstekend helpen en geruststellen (omdat we geen vzw waren, konden we als bestuur niet verantwoordelijk gesteld worden). Maar dat wisten we toen allemaal nog niet. Wat moesten we doen om het (financiële) gevaar het hoofd te bieden en te voorkomen dat we dat in de toekomst niet meer zouden voor hebben? Om het onmiddellijke gevaar het hoofd te bieden, besloten we eendrachtig de club… op te heffen. Te stoppen met Computerclub Nieuw Gent.
We waren niet echt van plan te stoppen met de club, wel wilden we de BSA in de mening laten dat we in paniek alles overboord hadden gegooid en met de club gestopt waren en de jagers op illegale software geen last meer zouden hebben van ons. Ik schreef een meelijwekkende brief naar de BSA met de belofte ‘dat we het nooit meer zouden doen’, omdat we het als club nooit meer zouden kunnen doen. Wat voor de BSA blijkbaar voldoende was, want we hebben (als club) nooit meer iets gehoord van de Business Software Alliance.
Onze ware bedoeling was de club officieel op te heffen, zes maanden alle activiteiten stop te zetten, om dan stilletjes te herbeginnen met een beperkt aantal leden. Die we streng zouden selecteren uit de clublijst. Ook zouden we een minimumleeftijd van 18 in onze nieuwe clubreglementen opnemen. Kort na de nieuwjaarsreceptie ’99 kregen alle leden hun lidgeld terug en werd de club ontbonden.
De vraag waarop we geen antwoord wisten, was: wie heeft ons dat gelapt?
Ouwe Leon